Rond 1900 vinden grote veranderingen plaats in de landbouw. Belangrijke doorbraken zijn bijvoorbeeld de introductie van kunstmest en veevoeder, de mechanisatie van de landbouw en export naar het buitenland. Daardoor is schaalvergroting mogelijk. Velden en veengebieden worden omgezet in weiland, het hakhoutbroekbos bij de Glanerbeek verandert in landbouwgrond en er komen nieuwe akkers. Na 1935 verandert er niet zoveel meer in het Aamsveen.
Na de oorlog koopt de Nederlandse Staat de woeste gronden op. Om de verwachte werkloosheid op te vangen, kunnen werklozen daar aan ontginningen werken. De werkloosheid valt echter mee. Na 1950 komen er steeds meer mensen die het Aamsveen willen behouden zoals het is. In 1967 krijgt het Overijssels Landschap (de voorloper van Landschap Overijssel) het Aamsveen voor 50 jaar in erfpacht.