Al zeker sinds 1321 (en waarschijnlijk al eerder) wordt veen en turf gewonnen in dit gebied. Wie goed kijkt, herkent nog structuren of veldnamen van vroeger. Zo dankt het Hündfelder Moor zijn naam aan zogeheten ‘hondeplaggen’, oftewel brandplaggen die direct onder de zode werden uitgestoken.
Koeln zijn rijen van veenkuilen waaruit veen wordt gegraven. Het gaat vooral om het dieper gelegen zwartveen: dat brandt het beste. Om koeln te graven, moet eerst de toplaag eraf. Eén van de manieren daarvoor is door lange, ondiepe greppels te graven en de bovenste vegetatie in brand te steken. Vervolgens wordt veenboekweit ingezaaid. Na 6 jaar zaaien en opnieuw verbranden van de veenboekweit, is de bovenlaag van het veen opgebrand. Het onderliggende zwartveen (kluun) kan worden afgegraven.
Ten zuiden van de Glanerbeek liggen zogeheten dellen: laagtes of laaggelegen gebieden. Hier vind je ook kluundellen: ronde met steen en klei geplaveide plateaus waarop paarden met plankjes onder hun hoeven het water uit de natte turf stampen.