Rond de 13de eeuw worden onder andere in Twente markegenootschappen opgericht. Dat is een samenwerking tussen eigenaren van boerderijen. Samen maken ze duidelijke afspraken over het gebruik en beheer van het gebied binnen de markegrenzen. De indeling van de marke is vaak nog uit veldnamen te herleiden.
Rond de kern met bewoning, worden grote akkercomplexen (essen) aangelegd. Boeren wonen vaak aan de rand van de es met kleine kampen (ontginningen) als hooi- en weiland. De gronden daarachter zijn gemeenschappelijke gronden. De heidevelden worden gebruikt om vee te weiden en plaggen te steken voor de potstallen, waarmee de es wordt bemest. Brandstof komt in de vorm van turf uit het veen en de bossen leveren hakhout. Rond het begin van de 19de eeuw worden de gemeenschappelijke gronden verdeeld (markeverdelingen) tot particulier bezit.