Het Aamsveen is één van tien Natura 2000-gebieden die Landschap Overijssel beheert. Deze gebieden vervullen in Overijssel een sleutelrol in het tegengaan van een nóg grotere achteruitgang van de biodiversiteit. Ze staan vol bijzondere, en tegelijkertijd kwetsbare natuur.
In 2021-2022 zijn de eerste herstelmaatregelen in het Aamsveen uitgevoerd: in de laggzone, het overgangsgebied tussen het hoogveen en de stuwwal, waar ook de Glanerbeek doorheen stroomt. In de hele laggzone is selectief bos verwijderd om ruimte te maken voor de ontwikkeling van heischraal grasland en blauwgrasland. De Glanerbeek die voorheen te snel water afvoerde, is minder diep gemaakt waardoor er meer water langer in het gebied blijft. Ook zijn oude sloten en greppels gedempt, zijn er veendammen verwijderd en is er een slenk aangelegd. Tot slot zijn bijna alle hoger gelegen dekzandruggen – die in het verleden zijn doorgraven – weer hersteld.
Het Aamsveen is een ‘gebied met veel geheimen’: van bomkraters tot smokkelaarspaadjes en van kluundellen tot een recente vuilstortplaats. Tijdens de werkzaamheden in de laggzone kwamen twee oude waterputten, een nieuwe kluundel en ‘nieuwe’ stukken fundering van het turfstrooiselfabriekje aan het licht.
In het hoogveen komen onder andere bultvormende veenmossen, zoals hoogveen-veenmos en wrattig veenmos, voor. Andere planten zijn onder andere kleine veenbes en lavendelhei. Ook leven hier de hoogveenglanslibel en noordse glazenmaker en overwinteren elk jaar enkele klapeksters in het gebied. In 2024 is er voor het eerst gebroed door een stel kraanvogels. Overigens gebeurt dit in – het rustigere – Hündfelder Moor jaarlijks. Adders verblijven graag in rustend hoogveen, waar ze zich in de zon kunnen opwarmen en bij onraad snel kunnen verstoppen.
‘De hoogveenglanslibel leeft vijf jaar als larve in een veenputje vóór ze uitsluipt. Ze eet dan voornamelijk watermijten, veel meer is er niet in het zure milieu. Maar, ze heeft dus ook geen concurrenten!’
De planten in de laggzone staan – in tegenstelling tot het hoogveen dat door regenwater wordt gevoed – onder invloed van grondwater. Hierdoor komen er zeldzame soorten als de welriekende nachtorchis, gevlekte orchis en vlozegge voor. Ook broeden hier jaarlijks de grauwe klauwier, wielewaal en veenmol. Ook vind je in dit overgangsgebied onder andere kamsalamanders, boomkikkers en bonte dikkopjes.
Een deel van de wandelroute in het Aamsveen (langs de grens) is gemarkeerd met oranje paaltjes. Dit pad is minder goed herkenbaar na het verwijderen van boompjes en varens – ter voorbereiding op het hoogveenherstel. Wie de oranje paaltjes volgt en goed op het pad blijft, kan hier veilig wandelen.